Vasthouden van een duif
Om een duif vast te nemen, leg je het dier op je handpalm met de twee poten tussen duim en wijsvinger. Op die manier kan je de andere hand gebruiken om het kopje te fixeren of de vleugel open te trekken ter controle van allerhande ongemakken.

Gewonde duif
Elke fokker krijgt wel eens te maken met een dier dat tijdens één of andere vlucht gewond geraakt is. Het is belangrijk om de wond proper uit te wassen (bij voorkeur met lauw water dat eerst gekookt heeft) en vervolgens te ontsmetten. Bij grote wonden kan je best ten rade gaan bij een ervaren fokker of dierenarts die de wond zal hechten. Hetzelfde is aan te raden bij gebroken poten of vleugels, die gespalkt moeten worden. Veel dierenartsen worden op regelmatige basis geconfronteerd met zieke (vlieg)duiven, zodat hun ervaring vaak voldoende is om de meest voorkomende problemen op te lossen.

Waterbad
Duiven nemen graag een waterbad, vooral op warme dagen. Ook in de ruiperiode heeft een waterbad een positief effect. Geef je dieren wekelijks (of in het ideale geval twee keer per week) de kans om een waterbad te nemen, bij voorkeur in de voormiddag, zodat ze voldoende tijd hebben om hun doorweekte verenpak te laten drogen. Je kan ook permanent een waterbad laten staan, maar dan bestaat de kans dat ze van het vuile water gaan drinken. Dit kan je voorkomen door een handvol badzout en bleekwater in het water te doen. Het spreekt voor zich dat men bij vriestemperaturen geen waterbad ter beschikking stelt.
Voor het waterbad kan je gebruik maken van een badkuip van ongeveer 50 cm op 50 cm en ongeveer 10 cm hoog, die je voor ongeveer drie vierde vult. Diepere badkuipen kunnen gevaarlijk zijn en leiden tot verdrinking. Plaats de badkuip buiten het hok, zodat het water langer proper blijft.